AD Columns » Gerard Reve![]() Lieve Hugo, Afgelopen week – na onze correspondentie over Hollandse toetjes – las ik het verhaal ‘Schraalhans Keukenmeester’ van Gerard Reve. Eén alinea luidde als volgt: “Laatst was een oude haarkam uit een verzorgingshuis midden in een schaal met bitterkoekjespudding gevallen. Toen was die pudding niet koosjer meer, en ze wilden hem niet meer eten. Ik zei nog tegen die mensen ‘je kan toch tot vlak om die kam heen eten’?” Het deed me glimlachen. Deze week, op 14 december, zou Reve 89 zijn geworden. Zelf zei hij een keer: “Na mijn dood word ik op de scholen tien jaar vrijwillig gelezen en daarna nog eens tien jaar verplicht. Dan noemen ze een straat naar me. En dan ben ik helemaal vergeten. Niemand weet toch meer wie Tweede van der Helst was?” Reve is nu bijna zeven jaar dood maar ik lees ieder jaar nog wel een roman van hem. Maar niet ‘De Avonden’ hoor, Hugo! Dat vind ik zo’n vreselijk boek. Na tien pagina’s kan ik al met een depressie in bed gaan liggen. Nee, geef mij maar ‘Werther Nieland’ uit 1949. Een stilistisch briljant en zeer beklemmend verhaal, dat zo begint: “Op een woensdagmiddag in December, toen het donker weer was, probeerde ik een gootpijp aan de achterzijde van het huis los te wrikken; het lukte echter niet. Ik verbrijzelde toen met een hamer enige dunne takken van de ribesboom op een paaltje van de tuinheining. Het bleef donker weer.” Het gaat over drie jongetjes die een club oprichten. De hoofdpersoon – de elfjarige Elmer – beleeft, zoals de meeste kinderen, de volwassen mensenwereld als iets onbegrijpelijks en toverachtigs. De onderdrukte gevoelens maken het verhaal onheilspellend en komen naar boven in dit soort zinnen. “Het was laat in de middag en het begon al donker te worden. Tevergeefs probeerde ik de droefheid, die naderde, tegen te houden.” Of, in de laatste regels, als Elmer zijn vriendjes uit zijn club heeft gegooid: “Thuis dwaalde ik door de achtertuin en trok de toppen van de verdorde resten van de herfstasters. Daarna haalde ik nog de bijl van de zolder om dunne takjes in stukken te hakken op de omheining.” Reve en ik zitten trouwens helemaal op één lijn, want Reve heeft ooit gezegd dat hij Werther Nieland zelf ook beter vindt dan De Avonden. Liefs, Iris ![]() Lieve Iris, Voordat ik inga op je voorlopige weigering om vanaf 22 december elke dag een hoofdstuk uit De Avonden te lezen zoals we aan de telefoon hebben afgesproken eerst het volgende: Elke woensdag en vrijdag tikken we allebei rond de 375 woorden. Ik zou het op prijs stellen als van die 375 woorden er minstens 325 van jouw hand zijn. Natuurlijk lees ik veel liever Gerard Reve dan Iris Koppe, dat zul je ook wel begrijpen, maar er zijn grenzen aan het citeren. Ik ben maar even gaan tellen. Je leent 153 woorden uit Reve’s boeken, plus nog een citaat van 43 woorden uit een interview met de hooggeëerde broodpoot. Dat maakt 196 woorden. In totaal schrijf jij er vandaag 383 – en dan reken ik Lieve Hugo en liefs, Iris mee, puur om je te matsen. Van jouw bericht aan mij is dus 0,5117 procent geschreven door Gerard Reve, afgerond 0,52 procent. Meer dan de helft. Dat komt mij gemakzuchtig voor, Iris. Ik deel je mening over Werther Nieland (beter dan De Avonden) niet. Voetballers mag je vergelijken met elkaar: Messi is beter dan Siem de Jong. Doelpunten evenzo: de omhaal van Zlatan tegen Engeland was mooier dan de stift van Heerenveen-speler Rajiv van La Parra afgelopen weekend. Maar een boek is te edel voor een pikorde, althans, als het geschreven is door een meester. Bovendien. De Avonden was een debuut. Het had de kracht van een explosie. Wat de jongeling Reve toen presteerde laat zich niet meten. Dat jij er nu nog depressief van wordt zegt genoeg. Ik vind ook: een boek dat ontregelt is veel moeilijker om te schrijven dan een boek dat behaagt. En dat doet Werther Nieland. Het is prachtig hoor, ik ga het zeker herlezen. Maar eerst De Avonden. Gelijktijdig met jou. Dan kunnen we er de komende maand af en toe eens over schrijven. Ik vraag je wel vriendelijk om bij die gelegenheid niet te veel citaten te gebruiken, want, echt, wat je vandaag presteert zet hoofdredacteur, redactie en lezers op het verkeerde been. Je bent immers helemaal geen lui wicht, je bruist van de energie. Ik reken vrijdag op een geweldig stuk zonder ook maar één citaat. Revanche, Iris! Hartelijks, Hugo |
|
|