AD Columns » Hollandse toetjes![]() Lieve Hugo, December is voor mij altijd de maand van de Hollandse toetjes: griesmeelpudding, havermoutpap, allerlei soorten boerenvla, Haagse bluf of een bitterkoekjesdessert. Je moet dit natuurlijk niet het hele jaar door eten, want dan kom je straks je eigen huis niet meer in. Nee, ik trakteer mezelf er alleen op in de maand waarin ik elke dag door weer en wind op een nat zadel moet zitten. Laatst had ik een vriendin uit Odessa te eten. Ze woont al tweeëntwintig jaar in Nederland en is op zich fantastisch ingeburgerd, behalve als het om Hollandse toetjes gaat. Ik serveerde m’n absolute topfavoriet: griesmeelpap met rode bessen. Je had haar gezicht moeten zien, Hugo. Ze nam om de paar minuten een soort muizenhapje, waarschijnlijk uit beleefdheid. Om haar te verwennen had ik haar een reuze portie gegeven, een soepkom vol. “Geeft niet hoor,” stelde ik haar daarna gerust en at de bak zelf verder leeg. “Misschien moet je er nog aan wennen.” Deze vriendin is trouwens de leukste immigrante die ik ken. Ze praat geweldig Nederlands en is een verrijking voor onze taal. In ieder gesprek is er wel weer een pareltje te vinden. Zo riep ze laatst: ,,Ik heb snertensoep gemaakt.” Of het hier nu ging over snert of erwtensoep weet ik niet. Toen ze op vakantie in Frankrijk was sms’te ze: ,,Er zitten hier veel vliermuizen.” Dat vond ik grappig, vooral omdat ik tot mijn tiende ook altijd dacht dat het vliermuis was in plaats van vleermuis. Over een relatie zei ze een keer: ,,Er moet een harde grond onder komen in plaats van die snuivende aardkorsten.” Dat is toch lief? Eigenlijk zou je het niet moeten verbeteren. Wat me wel eens opviel bij immigranten die Nederlands leerden was dat ze altijd ‘hij/zij/het’ moesten zeggen voor de derde persoon enkelvoud. In de praktijk zeggen Nederlanders vaak ‘ie’ of ‘die’. Bijv. ,,Wat doet die dan?” Mijn vriendin uit Odessa had dat meteen al door en gebruikt ‘hij/zij/het’ helemaal niet. Zij zegt gewoon voor alles ‘ie’ of ‘die’. ,,Die waait hard.” Onze taal onder de knie krijgen is al knap. En hem dan ook nog eens verrijken met allerlei nieuwe woorden en uitdrukkingen is geweldig. Maar onze toetjes waarderen, dat is natuurlijk een stapje moeilijker. Liefs, Iris ![]() Lieve Iris, Vroeger, uit logeren bij een heel lieve oom en tante, werd het toetje gegeten uit het bord waar zojuist aardappels, groenten en vlees dreven in een bad van jus. En ik ben zo iemand die zijn bord niet schoonlikt. Gevolg van mijn vieze bord: de gele vla vermengde zich met de restanten van de hoofdmaaltijd. Hier is de uitkomst van mijn rekensom: vla + aardappelkruimels met jus = kokhalzen. Voor het overige niks negatiefs over het Hollandse toetje. Door jouw bericht schoot het me te binnen: een diep gewortelde traditie in onze familie was ooit rijst met krenten. Melk aan de kook brengen, rijst erin, daarna de krenten, vooral goed opletten dat de zooi niet aanbrandt (roeren!) en na een half uurtje is het klaar. Laten afkoelen, de koelkast in en je hebt een heerlijk toetje. Ik ga dat gauw zelf weer eens maken. Nog een traditie, eentje die gehandhaafd is – eh, vooralsnog. Mijn broer wil met Kerst de pudding maken die mijn vader eens per jaar bereidde. Lange vinger-pudding. Wel eens gegeten? Even kort door de bocht: melk, vanillestokjes, suiker, lange vingers en rum. Elk jaar werd dat toetje een beetje sterker, merkten we. Mijn vader vond rum lekker, al dronk hij in zijn leven nooit meer dan twee cola-rum op een avond hoor. Afijn, mijn broer en ik zijn er zo dol op dat hij in de geest van onze ouweheer aan de slag gaat op Eerste Kerstdag. Wat denk je? Zijn dochters klagen nu al. Of er niet een ander toetje op tafel kan komen. Dacht het niet. Traditie is traditie, of het nou te vreten is of niet. En ik weet zeker dat als wij de pijp uit zijn die meiden ook Lange vinger-pudding voorzetten met Kerst. Zo hoort het toch? Even dacht ik dat we ons met het schrijven over toetjes op hellend vlak zouden begeven, maar ik vind het reuze meevallen. Eten is sentimentele materie. Wat wel bezwaarlijk is: december is pas zeven dagen oud en ik ben in die tijd (pepernoten, chocoladeletters, twee oliebollen reeds, geen beweging) twee kilo aangekomen. Ik keek net in de spiegel en zag het met lede ogen aan: goed geproportioneerde benen en armen, maar de romp begint op een bord pap te lijken. Hartelijks, Hugo |
|
|