AD Columns » Homovriend![]() Lieve Hugo, Op zich heb ik best een gemengde vriendenkring, met onder ander een Surinamer en een Arubaan. Verder doe ik niet aan leeftijden, dus vind je op mijn feestjes zowel veertigers als mensen van onder de twintig. Ik heb ook een homovriend, die was hier toevallig afgelopen week nog. Omdat het mooi weer was, konden we in de tuin eten. Maar net toen we alle borden, glazen en het bestek naar buiten hadden verplaatst, begon de homovriend over zijn liefdesleven. Nu is er natuurlijk niets mis met homo’s in het algemeen, homo’s op een boot of in een Oostblokland. Maar homo’s in een Amsterdams tuintje – met buren aan drie kanten naast en boven je – vind ik lastig. Dat ik misschien gewoon in de jaren vijftig thuis hoor, wist ik al langer dan vandaag. Ik vind het namelijk extreem belangrijk wat de buren van mij vinden en probeer me daarom altijd als een degelijke, hardwerkende burger te gedragen. De homovriend verhaalde uitgebreid over zijn escapades met Marokkaanse jongens in het Sarphatipark. “Hoe is het eigenlijk op je werk?” probeerde ik. Maar hij weidde al uit over de vijf symbolische rondjes die om het park gereden moeten worden. Na een bepaald gebaar slaat er één fietser een donker, met mos begroeid paadje in, waarna de ander moet volgen. Boven me hoorde ik hoe de buurman al kuchend zijn krant opvouwde. Luidruchtig werd een stoel verschoven. ,,Maar wat er dan gebeurt!” gierde mijn vriend. ,,Nou, daar snappen jullie hetero’s niks van. En dan is er dus nog geen woord gewisseld, hè?” Onverstoord schepte ik voor de tweede keer op. ,,Wist je trouwens dat dit biologische chorizo is? En deze kikkererwten zijn zelf geweekt.” Het was mijn laatste poging. Ik had mijn eigen stemvolume al tot Carla Bruni-achtige proporties teruggebracht. Maar dit gefluister leek hem geheel te ontgaan. ,,Nou, en soms ga ik daarna gewoon nog een keer. Weer rondjes om het park fietsen.Totdat je merkt dat er iemand achter je aan rijdt.” Ik stapelde de borden op. We waren klaar met eten, we konden naar binnen. ,,Fijn dat het zo lekker rustig is,” zei de vriend opeens. “Ik zit ook wel eens in zo’n tuintje waar je de buren letterlijk kunt verstaan. Gelukkig is dat hier niet.” Lfs, Iris ![]() Lieve Iris, In onze achtertuin staat een bank, een houten tuintafel met stoeltjes en een ligstoel, maar verleiden doen ze me niet. Hoe schitterend en schaduwrijk onze tuin ook is, ik zit er zelden of nooit. Tijdens het lezen van jouw stukje vroeg ik me af waarom eigenlijk niet. Ik sluit toch niet uit dat geluiden die uit belendende tuinen komen mij ervan weerhouden. Niet dat ik me erger, maar het leidt zo af tijdens het lezen. Mijn ene buurman is journalist bij De Telegraaf en heeft de stem van een captain Baines uit de Onedin Line. Die draagt twee straten ver. Als onze tuindeuren openstaan hoor ik hem vaak telefoneren. Ik had al vijf keer met zijn primeurs uit het reiswezen aan de haal kunnen gaan voor het AD, maar zoiets doe je niet na 20 jaar. Ik heb ook geen trek in De Rijdende Rechter en bovendien hebben wij van het AD Hans Avontuur. Ik ben dol op onze buren hoor. Het is een soort familie. De hond van de buren, een Drentse Patrijs, is ook een beetje onze hond. Hij is 12 en loopt op zijn laatste poten. Dat beest heeft menselijke trekjes. Weet je dat Bongo kan skypen? De dochter des huizes bevindt zich een half jaar overzee en als de buurtjes hun computer tevoorschijn halen en haar stemgeluid komt uit de Antillen gewaaid spitst hij zijn oren, jankt bijna onhoorbaar en kijkt gespannen richting beeldscherm. Je ziet Bongo denken: hoe is het technisch mogelijk, in twaalf jaar is er toch een hoop veranderd. De tuin. Voor mij is de tuin het exclusieve domein van vogels. Ik kan er door het raam rustig een half uur naar staren. Als het extreem droog is zetten we een grote schaal met water op de tuintafel. Een badderende merel doet me meer dan Het Journaal. Of mussen die ineens met dertig tegelijk neerstrijken en luid tjilpend een zandbad komen nemen. Ontroerend. Dit jaar heb ik de halsbandparkieten nog niet gezien. Voordelig omdat die beesten herrie maken, maar ook wel weer jammer, omdat ze zo prachtig zijn. Weet je wanneer ik voet in de tuin zet? Als de buurtkat jacht maakt op vogels. Zinloos natuurlijk, je moet niet ingrijpen in de natuur, maar als er een net uitgevlogen mereljong zit te wachten onder een struik om gevoerd te worden dan sis ik de loerende buurtkat onze tuin uit. Homo’s hebben wij nooit in de achtertuin trouwens, Iris. Al heb ik daar principieel niks op tegen. Hartelijks, Hugo |
|
|