AD Columns » Kerstboom![]() Lieve Hugo, Ja, ik heb heerlijk in mijn eentje als single mijn eigen kerstboom lopen optuigen. Het was geweldig omdat ik zelf mocht bepalen waar ik mijn kerstballen hing. Op zo’n moment ben ik blij dat ik jouw vrouw niet ben, want ik moet er niet aan denken dat jij op belerende toon gaat vertellen hoe ik de lichtjes over de takken moet draperen. Ik weet zeker dat jij ook zo’n man bent die dan zelf per se de piek op de boom moet zetten. Ach, ach, nu kan dat natuurlijk niet met die rug. Spijtig. Ik zie het bij meer mannen, hoor. Vooral bij degenen die lekker onder de plak zitten bij hun vrouw. Die gaan dan met een fanatisme die kerstboom optuigen! Niet te doen. Alsof er jarenlange opgekropte agressie vrij komt. “Ik heb nooit ergens controle over, maar over deze boom…!” Je vertelde dat je vrouw de vloerverwarming niet aan wil doen vanwege de kerstboom. Lullig voor je dat je de feestdagen nu in de kou moet doorbrengen. In de verte heb ik best een beetje met je te doen. Dit soort problemen kennen wij, singles, niet. Voor ons is de kerst een periode van totale vrijheid. Je hoeft geen moeilijke schoonmoeders te vriend te houden of ergens representatief voor de dag te komen. De thermostaat van de verwarming is voor ons geen bron van conflict, maar een oase van mogelijkheden. Als ik tweeëntwintig graden wil, dan wordt het tweeëntwintig graden. Sinterklaas vond ik ook prettig in mijn eentje. Af en toe deed ik ook wat in mijn eigen schoen. Dan werd ik wakker, duwde ik snel een cadeau in mijn pump, ging ik douchen en kwam ik vol verbazing even later de woonkamer in. “Hee, wat krijgen we nou! Wat leuk!” En dan kreeg ik een mooi kookboek om koolhydraatvrij te koken. Of een grillplaat. Dank u Sinterklaasje. Ik vertelde dit laatst aan vrienden en die keken me aan alsof ik gek was geworden. Hoezo? Miljoenen ouders belazeren hun kinderen jaren achter elkaar in december. Als je vervolgens als volwassene jezelf verrast is dat opeens ‘heel raar’. Wie is er nou gek? Wat ga jij eigenlijk doen met de kerst, Hugo? Blijf je demonstratief met de krant in bed liggen? Gezellig. Liefs, Iris ![]() Lieve Iris, Jij geeft best veel prijs van jezelf. Weet je dat de lezers precies weten wanneer jij ongesteld bent? De woorden die je kiest zijn dan scherp als sambal. Ik ben daar dol op. Plagen, provoceren, beledigen, het is een teken van genegenheid. Wat de vloerverwarming en de kerstboom betreft: ik heb gewonnen. Hij staat aan. Het is lekker warm. In ruil daarvoor doe ik alle kerstboodschappen (supermarkt, groenteboer, kaasboer, slager, bakker) in mijn eentje. Samenleven komt neer op onderhandelen, vind je niet, Iris? Liefde is ruilhandel. Nu ik er goed over nadenk heb ik helemaal niet gewonnen natuurlijk. Alle kerstboodschappen doen om warme voeten te mogen hebben. Maar het geeft niet. Liefde is gunnen. Je verlies pakken. Maakt niet uit. Liefde is geen strijd om het landskampioenschap. Het is overleven, zorgen dat je geen rood krijgt of rood moet uitdelen, zorgen dat je niet degradeert. Sorry van deze metaforen; dat voetbal krijg ik er naar niet uit. Denk jij onder de kerstboom veel na over de liefde? Hoe die er bij jou ooit uit zal komen te zien? Jij hebt echt Peter Pan-trekjes. Zouden er mannen bestaan die het niet raar vinden dat een 27-jarige zelf haar schoen vult met Sinterklaas? Ben je, mijmerend bij de kerstboom, wel eens bang dat je overblijft? Wie komen er eigenlijk eerste kerstdag? Of ben jij ergens uitgenodigd? Wordt er over jou misschien gezegd in je vriendenkring: ‘Jongens, wat doen we met Iris met de Kerst?’ Heb nog goed nieuws trouwens. Jezus is terug. In 2010 verdween hij op mysterieuze wijze uit het stalletje. Hij bleek in een doos met de C-keus van de kerstversieringen te liggen. Gisteren hebben we de boel opgebouwd. Jozef bleek onthoofd, maar daar gaan we vandaag lijm voor kopen. Ik dan, want Jozef valt natuurlijk onder de categorie kerstboodschappen. Een dezer dagen moet je mijn kerstcadeau ontvangen. Zorg dat je er voor thuisblijft, anders wordt ie bij de buren afgeleverd en dan weet je het in Amsterdam maar nooit. Of woon je niet in een gribuswijk? Hartelijks, Hugo |
|
|