AD Columns » Station Sloterdijk![]() Lieve Hugo, jammer dat je niet kon helpen klussen. Mijn bed, waar ik vorige week doorheen ben gezakt, is nog steeds niet gemaakt. Mijn Oekraïense vrienden hebben daarom maar een hotelletje genomen, in de buurt van Amsterdam-Sloterdijk. Gister ging ik ze opzoeken. Ik voelde me gigantisch schuldig dat ik ze dus geen onderdak had kunnen bieden, maar ze bleken het ontzettend naar hun zin te hebben. Ik weet niet of jij als Rotterdammer wel eens in de buurt komt van Amsterdam-Sloterdijk? Nou, je wilt er nog niet dood gevonden worden. In de hotellobby, waar het stonk naar aangebrande lasagne, vertelden de Oekraïners enthousiast dat ze al behoorlijk wat wandelingen in de buurt hadden gemaakt. Even voor de duidelijkheid: er zit daar het Centraal Bureau Rijvaardigheid (ik krijg al een depressie als ik er langs rijd) en een dependance van de Belastingdienst. Verder wat onduidelijke kantoren, een winderige taxistandplaats en een Burger King. De vrouw van het Oekraïense stel vertelde dat ze vanochtend zelfs even alleen op pad was geweest. Haar man had haar met een tomtom de straat op gestuurd. Zo had ze lopend, via de autowegen, een mooi tochtje kunnen maken. Ze liet wat foto’s zien. ‘Aha ja prachtig inderdaad,’ mompelde ik en ik vroeg mijzelf af of het ooit níet regende in deze buurt. De avond ervoor hadden ze gelukkig een hapje in het centrum gegeten. Ze waren ongelooflijk onder de indruk van het zeer gastvrije Nederlandse horecapersoneel. Zo Hugo, die kunnen we in ons zak steken. Ik denk dat alleen Russen en Oost-Europeanen onze bediening een oase van vriendelijkheid vinden. Ik snap dat wel als ik eraan terugdenk hoe ik in restaurants in Kiev soms werd afgeblaft als ik naar het peper & zout-stel vroeg. Zondag vliegen de Oekraïners weer terug naar Charkov. Waar de Russische tanks op veertig meter afstand bij de grens staan. En de gevechtsvliegtuigen regelmatig overvliegen. Ze wilden het niet met zoveel woorden zeggen, maar ik zag de onrust in hun ogen. Ze weten echt niet hoe het gaat lopen. Ik had met ze te doen. Het weekje vakantie in Amsterdam was geboekt in de periode dat het nog veilig was in eigen land. Nu kwam je toch anders thuis. En opeens snapte ik precies waarom dit vreselijke hotel bij Station Sloterdijk zo’n idyllische plek voor ze was. Groeten, Iris ![]() Lieve Iris, Ik weet niet of het jou is opgevallen, maar in de buurt van Geert Wilders houdt zich soms een Marokkaan op. Die Marokkaan beschermt de politicus. Hij is daarvoor ingehuurd. Het is de enige Marokkaan die Wilders persoonlijk kent. Het is een Marokkaan met een baan, een Marokkaan die misdaad bestrijdt. Ik vind: als je ergens een stevige mening over hebt, moet je ook ervaringsdeskundige zijn. Geert Wilders weet zelf totaal niet wat er speelt op straat. Hij is jammer genoeg niet in staat een gewoon leven te leiden, hij gaat van safehouse naar safehouse en niet met de tram. Een politicus die geïsoleerd leeft, zoals hij, kan over uitwassen op straat geen ideaal, genuanceerd oordeel vellen. Ik ben een inwoner van Rotterdam. Ik kom vaak Marokkanen tegen. Geen ervan heeft me beroofd of in elkaar geslagen. Eentje beledigde mij eens. Die heb ik nog erger beledigd, met een paar enge ziektes erbij, want zo moet je dat doen met kut-Marokkaantjes. Terugschelden. Ze recht in hun ogen aankijken. Zeggen: wat wil je nou joh, ventje? Ze zijn meteen stil. Je hebt hun respect. Wat daarop volgt is een leuk gesprek. En zodra er een dialoog is, kan de wereld worden gered. Wat mij betreft: meer Marokkanen. De middenstanders onder hen zijn harde werkers, weet ik. De vrouwen zitten veel thuis en verwennen hun zoontjes, jammer genoeg. De meiden zijn nette, goede leerlingen en/of studenten. Na school, beroepsopleiding of universiteit kom je ze overal tegen. In het bedrijfsleven, in het ziekenhuis. Overal duiken ze in onze samenleving op, soms met hoofddoek, iets dat mij niet uitmaakt, een hoofddoek, sterker, wat zei Theo Maassen ook al weer? ‘Handig juist, zo’n hoofddoek. Daar kun je je sperma aan afvegen.’ Ik steek mijn kop niet in het zand: onder de verwende zoontjes zitten etterbakkies met een veel te grote trots van wie sommigen uitgroeien tot crimineel. Die mogen van mij ook opzouten, maar omdat ze een Nederlands paspoort hebben kun je ze nou eenmaal niet naar het Rif-gebergte sturen. Die suggestie doen, ’Meer of minder Marokkanen?’ dat hardop roepen, zonder het woord crimineel ervoor, dat is de provocatie voorbij. Toch, Iris? Fijn weekend, Hugo |
|
|