17 augustus 2012

“Voor opa heb ik zuurstokken meegenomen”

“Opa heeft vroeger veel gevaren,” vertelt Alinda (26), “we hebben de plekken bezocht waar hij tijdens zijn reizen aan land is gegaan. En bij zijn oude stamkroegen zijn we wat gaan drinken.”                                                                                   

De familie is net terug van vakantie. Ze hebben een boottocht gemaakt langs de oostkust van Engeland. Opa kan ik ook meteen ontmoeten, want hij staat te wachten in de haven van IJmuiden. Met een ruime draai zet hij zijn auto langs de stoeprand en omhelst zijn kleinkinderen. Hij heeft tatoeages op z’n onderarm en lijkt op een echte zeeman. Meteen wil hij de bagage in de achterbak leggen, maar ik hou hem tegen. Eerst mag ik nog even kijken.                                               

Nel (49), dochter van ‘opa’, laat me parfum zien: Jump van het merk Joop. “Dit heb ik uit Engeland meegenomen,” zegt ze vrolijk. Haar man Jan (52) werkt in hun woonplaats Katwijk aan Zee als chef-monteur. Hij heeft een hengel in z’n koffer. “Ja, die binding met de zee zit blijkbaar toch in de familie. Maar ik heb niet veel gevist deze vakantie. Het kwam er niet echt van.”                                                            

Als ik dochter Laura (22), opticien in opleiding bij Pearl, vraag of ze ook een hengel bij zich heeft, schudt ze haar hoofd. “Nee, dit is een hockeystick! Een hele goeie, die ik in Whitby heb gekocht.”                                                                       

Opa is zichtbaar blij dat z’n familie weer terug is op het vasteland. Trots kijkt hij naar zijn kleindochters.

Alinda heeft een cadeautje voor hem meegenomen, een paar zuurstokken. “Die kon je in Engeland overal aan de boulevard kopen. En opa houdt daarvan.” Ze vertelt dat ze in Katwijk aan Zee in een carnavalswinkel werkt. “Ja, ik maak veel ballonnenbogen, ken je die?”                                                                                                

Ik antwoord dat ik niet zo in de carnavals-scene zit. “Het zijn een soort decoraties. Bijvoorbeeld bij feesten kunnen mensen onder zo’n ballonnenboog doorlopen. Verder maak ik ook carnavalskleding. We zitten nu al met drie man achter de naaimachine om alles voor februari af te hebben.”                                                

Ik ken niemand die dat doet. Nooit over nagedacht eigenlijk, dat er mensen zijn die zich in augustus al met het carnaval bezig houden.                                      

“Je moet even vertellen over je specialiteit,” zegt Nel en knijpt haar dochter in de arm. “Oh ja,” roept Alinda, “ik ben erg goed in het maken van boerenkielen. Die kostuums naai ik het liefst.”                                                                       

Er is komende tijd een hoop werk te doen in de feestwinkel, maar Alinda is blij dat ze tijdens de vakantie lekker is uitgerust. “We hebben heerlijk gewandeld, veel kloosters en kastelen gezien. ’s Avonds sliepen we in een hotel uit 1840, zo sprookjesachtig. En overdag hebben we steeds al die trappen bij de kust beklommen. Daar moet je conditie voor hebben!”

De maaltijden bestonden voornamelijk uit Fish&Chips. “Maar we hebben ook een keer lasagne gegeten, hoor,” zegt Laura. Vanavond eet de familie weer met z’n vijven. Met opa aan het hoofd van de tafel. “En misschien proberen we als toetje wel zo’n zuurstok,” glimlacht Alinda.

© Iris Koppe | website: Alain Otjens