In mijn hostel hingen advertenties met: “Heb jij altijd al eens willen schieten met een AK47? Prijs is inclusief munitie en een hartige lunch.”
Ik twijfelde. Het schieten met Kalasjnikovs is een populaire excursie in Oekraïne, maar hoe zou het pacifistische thuisfront reageren?
Toch maakte ik samen met een vriendin een afspraak en ergens ten zuidoosten van Kiev werden we gedropt op een aftands gras veldje, waar we onze jas over een opengeslagen deur van een Lada moesten hangen. In een zeer beknopte instructie – zeg maar een halve minuut – werd me duidelijk gemaakt hoe ik het wapen moest vasthouden.
“Maar eigenlijk wijst het gewoon zichzelf,” zei de instructeur, en zette de schietschijven klaar.
Ik moest achter een muurtje hurken en kreeg vlak voordat ik aanlegde nog snel oorbeschermers op gezet. Na negen keer schoot ik eindelijk in een ring van de schietschijf. “Malatsie!” riep de instructeur. “Geweldig.” Vervolgens liep hij dwars over het veld, voor de schijven langs, naar zijn collega. M’n vriendin slaakte een luide gil. Ik kreeg zowat een halve hartverzakking. Gelukkig was hij niet geraakt. “Sorry, sorry,” haastte de instructeur zich met een huppeltje van het gras af.
“Ik vond het wel genoeg,” zei m’n vriendin met trillende stem. “Zullen we gaan?”
“Prima,” antwoordde ik en veegde het zweet van m’n voorhoofd. Die hartige lunch hebben we ook maar laten zitten.