Het moest toch echt gebeuren: het was tijd om dag te zeggen tegen m’n vrienden in Kiev. Het EK begint bijna en ik moet naar de Oranjecamping in Charkov.
Speciaal voor het afscheid had ik stroopwafels van Albert Heijn mee genomen. Ik zette het zakje op tafel naast allerlei andere lekkernijen die Lilia en Katja voor me hadden klaargemaakt. Toen ik uit de keuken kwam zag ik dat Katja de stroopwafels allemaal op een apart bordje had gelegd, met een plastic vorkje ernaast.
“Oh, jullie mogen gewoon met je handen eten hoor,” zei ik en voelde me licht ontroerd. “Dat doen wij in Nederland ook.” Lilia luisterde niet en probeerde heel onhandig met het plastic vorkje de stroopwafel doormidden te breken. Katja had een mes uit een lade gehaald. Ze sneed een stukje af en begon er op te zuigen.
Opeens waren ze allebei doodstil. “Wat is er?” vroeg ik verbaasd. “Heb ik iets gemist ofzo?”
“Ssst,” zei Lilia, “Je mag een wens doen als je iets eet wat je nooit eerder hebt gegeten.” Na een halve minuut begon ze weer te praten. Katja bleef zeker drie minuten stil. “Sorry hoor,” verontschuldigde ze zich even later, “Ik heb altijd zoveel te wensen dat ik nooit weet wat ik moet kiezen. En ik wist natuurlijk ook niet dat ik vandaag zo’n ding ging eten.”
Lilia zat ondertussen met een bedenkelijk gezicht te kauwen. Ze liep naar de keuken en kwam terug met een bakje creme-fraiche. “Ik denk dat er wat zure room op moet.”
“He nee,” zuchtte ik, “dat hoort er niet op. En je moet ook stoppen met dat vorkje. Zo verkruimelt het helemaal.”
Ongemerkt stopte ik het zakje met de overgebleven stroopwafels weer in m’n tas. Ik ging ze niet uitdelen aan mensen die het toch niet konden waarderen. Ik zou ze lekker bewaren voor op de Oranjecamping.