2 augustus 2012

“Het paste er allemaal net in”

Ik sta nu vier dagen bij de grens en er is één ding dat me opvalt. Tijdens de reis is de Nederlandse vrouw de baas. Als ik namelijk aan een stel vraag om hun kofferbak voor me te openen dan is de vrouw degene die de klep van de achterbak open doet. Zij weet precies waar alles ligt en hoe de bagage is ingepakt. Eén vrouw vertelde me: “Ik pak alle spullen van mijn man in voor de vakantie. Als hij dat zelf doet, vergeet hij sowieso de helft. Ik vind het normaal. Mijn vriendinnen pakken ook allemaal de tas van hun man in.”                                   

Ben ik een hele andere generatie? dacht ik. Ligt het aan het milieu waaruit je komt? Of is het verschil tussen stad en platteland? In mijn omgeving pakt namelijk geen enkele vrouw de tas van haar man in. Je moet het niet in je hoofd halen om aan zijn koffer te komen.                                                                                   

Nog maar eens een steekproef in Hazeldonk. Ik kom Aart (34) en Giselinde (30) tegen uit Spakenburg. Dochter Pippa (4) ligt op de achterbank in een diepe slaap. Ze wordt zelfs niet wakker als ik haar deur open doe en wat foto’s maak. Naast haar ligt een gigantische hoop spullen: wc-rollen, losse tasjes, toiletaccessoires . “Het ging er allemaal net in,” glimlacht Giselinde. Ze werkt als jurist in Utrecht. Haar man is schilder. Ze gaan drie weken kamperen aan de Cote d’Azur.                                                                                                                                   

Mag ik nog even in de achterbak kijken? vraag ik en let goed op wie er nu de kapitein op het schip blijkt te zijn. “Natuurlijk,” zegt Giselinde, “Ik zal je precies laten zien waar alles ligt.”                                                                                               

Aha, denk ik. En in m’n ooghoek zie ik hoe Aart een beetje op een afstandje gaat staan. Blijkbaar is dit het territorium van Giselinde. Ik herken een elektrische vliegenvanger, een verlengsnoer dat al menige verbouwing heeft meegemaakt en een pakje Oosterse Wraps. Het familiegerecht van Honig: blijkbaar onmisbaar op vakantie. Het valt me op dat de gastank naast de verbanddoos ligt. Is dat niet gevaarlijk zo’n losse gastank, wil ik nog vragen, maar Giselinde begint over de rit. “We rijden niet in één keer door naar Frankrijk. Veel te ver. Vannacht slapen we ergens onderweg.”                                               

In een Formule 1 Hotel?                                                                                    

“Nee zeg,” antwoordt Giselinde en ze probeert de achterklep weer dicht te krijgen. “Gewoon een hotel met een eigen wc. Het mag wel een beetje luxe.” Aart kijkt nog steeds vanaf een afstandje toe.                                                                       

“Wat hebben jullie nou vooral niet bij je deze vakantie?” wil ik nog weten.           

“De iPad mocht echt niet mee,” zegt Giselinde, “Anders zitten we weer de hele tijd onze mail te checken. Dat is niet de bedoeling.”                                                

Vanuit de auto horen we opeens een klein stemmetje. Pippa is wakker. Ze rekt zich uit en kijkt over de wc-rollen heen. Waarschijnlijk vraagt ze zich af waarom ze nu al zolang stilstaan. 

© Iris Koppe | website: Alain Otjens