8 augustus 2012

“Lekker een weekje tussen de koeien”

Het blijft een spannend moment: doen mensen hun kofferbak voor me open of niet? Het is bijna zoiets als de jongen die je leuk vindt voor het eerst naakt zien. In andermans spullen kijken is namelijk net zo intiem. Soms denk ik ‘waarom laat je mij dit in godsnaam allemaal zien?’ Of ik denk: ‘ik heb nu echt genoeg gezien, doe die klep maar weer dicht.’

Er is ook een verschil tussen mensen die hun achterbak gaan censureren en bijvoorbeeld snel een tentdoek over een deel van de bagage draperen. “Deze hobby van Paul is niet geschikt voor publiek” roept een vrouw dan lachend. Of ze zegt: “Ik vind het niet prettig als meteen m’n hele hebben en houwen in de krant staat. Ik leg de slaapzakken wel even voor de luiers en het maandverband.”            

Een stel dat mij schaamteloos alles laat zien zijn Wendy en Joren uit Vlaardingen. Ze gaan naar een boerderij in Duitsland, vlakbij Osnabrück. “Ik verheug me vooral op de buitenlucht,” zegt Wendy, die in het dagelijks leven op een kinderdagverblijf werkt. “Er zijn een hoop dieren op die boerderij. We gaan lekker tussen de koeien op het land zitten. En de boer een beetje helpen. Ja, wij zijn echte doe-mensen.”                                                                                                            

Joren, die bij de douane werkt, vult aan: “Het is trouwens maar voor een weekje, hoor. In september gaan we nog op zon-zee-strand vakantie.”                                   

Hij maakt zoon Thijs (3) wakker, die op de achterbank ligt te slapen. In de kofferbak liggen vooral zijn spullen. Veel speelgoed, zoals een loopfiets en een graafmachine. “Maar ook stroop en pannenkoeken zijn onmisbaar voor de kleine,” zegt Wendy. “Appels hebben we ook bij ons. En sowieso een tros bananen. Thijs is daar dol op.”

“In Duitsland hebben ze toch ook gewoon bananen?” vraag ik. “Het is toch geen Wit-Rusland ofzo? Waarom kopen jullie die niet in Osnabrück?”                                   

Wendy leunt tegen de auto aan. “Je weet het niet bij zo’n boerderij. Misschien zijn er wel geen winkels in de buurt. Dat kan je niet van tevoren voorspellen.”                                                                                                                                   

Mijn oog valt op een six-pack Freeway Cola. Het huismerk van supermarkt Lidl. Ik krijg meteen een vreselijke flashback naar één van die klassenfeestje waar alleen lauwe Freeway Cola werd geschonken. Stond je zelf al met je derde glaasje in de hand, was er altijd een jongetje dat zei: “Sorry, ik drink dat niet. Ik drink alleen de echte Coca Cola.”

Ik bedank Wendy en Joren voor hun openhartigheid. “Jullie kunnen de klep weer dicht doen.”    

Het koppel heeft een pechdag achter de rug. “We hebben onderweg panne gehad en zeker vier uur langs de vangrail gestaan. De dynamo van de auto was stuk. We hebben toen familie moeten bellen voor een andere wagen. Dat was een behoorlijk gedoe: alle bagage moest worden overgeheveld,” vertelt Joren.                       

“Gelukkig is het niet meer zo ver naar Duitsland,” antwoord ik, “jullie zijn al bij Oldenzaal. En mochten jullie onderweg weer pech krijgen, dan zit er in ieder geval genoeg te eten in de achterbak.”

© Iris Koppe | website: Alain Otjens